Verwarmingstoelage

Wie zich in een financieel moeilijke situatie bevindt, kan elk jaar een korting krijgen op de verwarmingsfactuur van het Sociaal Verwarmingsfonds.

Voorwaarden

https://www.verwarmingsfonds.be/index.php/wie-heeft-er-recht-op

U komt in aanmerking voor een tussenkomst als u behoort tot een van de onderstaande categorieën.

  • Categorie 1: personen met recht op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering én het jaarlijks bruto belastbaar inkomen van het huishouden is lager of gelijk aan 20.763,88 euro (verhoogd met 3.843,96 euro per persoon ten laste).
  • Categorie 2: personen met een laag inkomen, d.w.z. huishoudens met een jaarlijks bruto belastbaar inkomen lager of gelijk aan € 20.763,88 verhoogd met € 3.843,96 per persoon ten laste. Er wordt hierbij rekening gehouden met het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen (x3) van de onroerende goederen buiten de gezinswoning.
  • Categorie 3: personen met schuldoverlast die in een schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling zitten én de verwarmingsfactuur niet kunnen betalen.

U kunt een tegemoetkoming krijgen in uw factuur voor deze brandstoffen:

  • huisbrandolie (mazout) aan de pomp en in bulk (voor het vullen van een brandstoftank aan huis)
  • verwarmingspetroleum (type c) aan de pomp
  • bulkpropaangas aan huis geleverd in grote hoeveelheden (in een propaangastank, niet in flessen).

Het Fonds komt dus niet tussen voor

  • elektrische verwarming
  • aardgas via aansluiting op het stadsdistributienet
  • propaangas in gasflessen
  • butaangas in gasflessen.

Procedure

Neem binnen de 60 dagen na de levering van de brandstof contact op met het OCMW van uw gemeente.

Het OCMW zal onder meer:

  • nagaan of u voldoet aan de voorwaarden
  • uw identiteitskaart vragen en een kopie van de leveringsfactuur of de leveringsbon nodig hebben
  • nakijken of het leveringsadres dat op de factuur staat hetzelfde is als het adres waar u gewoonlijk verblijft
  • eventueel enkele documenten opvragen.

Er zal geen inkomensonderzoek gebeuren las het huishouden bestaat uit een alleenwonende persoon (met of zonder kinderen ten laste) met een RVV-statuut of als alle leden van het huishouden een RVV-statuut hebben.

Bedrag

  • Het Fonds komt voor maximaal 1500 liter per verwarmingsperiode en per huishouden tussen.
  • Voor wie zich verwarmt met aan de pomp gekochte mazout of lamppetroleum heeft het Fonds een forfaitaire tussenkomst van 210 euro. Eén aankoopbewijs volstaat om recht te hebben op de forfaitaire toelage.
  • Voor de in grote hoeveelheden geleverde brandstoffen schommelt het bedrag van de toelage tussen 14 cent en 20 cent per liter. Het bedrag is afhankelijk van de prijs van de gefactureerde brandstof. Hoe hoger de prijs, hoe hoger de tussenkomst. De toelage per huishouden is maximaal 300 euro.

Uitzonderingen

De maatregel is bedoeld voor mensen die zelf de gevolgen van de prijsstijgingen ondervinden.
Er wordt daarom geen toelage toegekend aan personen die verblijven in:

  • een woonzorgcentrum (rusthuis)
  • een opvanghuis
  • of een ziekenhuis.

Wat meebrengen

  • Identiteitskaart.
  • Kopie van de leveringsbon of leveringsfactuur.
    Woont u in een gebouw met meerdere appartementen? Vraag dan aan de eigenaar of de beheerder van het gebouw:
    • een kopie van de leveringsfactuur
    • en een attest waarop staat op hoeveel appartementen de factuur betrekking heeft.
  • Als u behoort tot categorie 3:
    • de beslissing van toelaatbaarheid van de collectieve schuldenregeling of een attest van de persoon die de schuldbemiddeling verricht
    • documenten (gezinsinkomen, lopende kosten, ...) die het OCMW toelaten te beoordelen of u niet in staat bent de verwarmingsfactuur te betalen.
  • Als u behoort tot categorie 2: het OCMW kan u een bewijs van uw gezinsinkomen vragen (meest recente aanslagbiljet, loonfiche of attest van een ontvangen sociale uitkering, bewijs van kadastraal inkomen van onroerende goederen buiten de gezinswoning, ... )
  • Als u behoort tot categorie 1: het OCMW kan u een bewijs van uw gezinsinkomen vragen (meest recente aanslagbiljet, loonfiche of attest van een ontvangen sociale uitkering, …).